Bij wijze van inleiding

Op 4 januari 2001 trok ik met een loodzware rugzak op mijn rug en een interrail treinkaart in mijn zak, de deur van de Lage Rijndijk 92c achter mij dicht. Voor mij lag een maand lange reis in het verschiet. Dat ik naar Italië ging, was het enige dat ik wist. Ik liet mijn 3 huisgenotes in onwetendheid achter.

Ik hield zorgvuldig een dagboek bij gedurende deze maand. Elke avond priegelde ik in een schriftje mijn belevenissen. Het is tijd geworden dit verhaal te publiceren. Daar gebruik ik deze blog voor.

Veel leesplezier,

Hendrik-Jan

zaterdag 27 januari 2001

11.45 uur, Siracusa

Ik blijf hier tot het einde van de reis. Dat besloot ik gisteren. Dan maar geen Etna en geen villa met prachtige mozaïeken. De zon maakt een dergelijk uitstapje tot een doodszonde. Want ik heb niet alleen cultuur nodig, maar bovenal de genade van de overheerlijke zon. Ook al schiet er af en toe een wolk voor en valt er uit die wolk heel soms een druppel regen. Ik geniet van de zon en zit veel te schrijven. De cultuur heeft voor mij voldoende inspiratie opgeleverd. Het verhaal over de suppoost ligt min of meer stil en maakt plaats voor een novelle waarvan het grondplan vrijwel gereed is. Gisteren maakte ik de eerste schetsen en het lijkt een leuk ding te worden. Ik weet nog niet of het ding publicabel genoeg is en of ik wel genoeg geduld en energie bezit het geheel in een mooie stijl uit te werken. Voor dit moment is het een heerlijke bezigheid. De hoofdpersoon leeft echter nog onvoldoende, maar daar komt hoop ik snel verandering in. Ik ken de beste vent nauwelijks meer dan een week, dus als je hem dan nog niet kent, is dat geen ramp. Je kunt mensen al jaren kennen, en toch totaal niet doorgronden. Er is dus geen reden voor paniek.

Ik ben in Siracusa maar een welgemutste stemming om ‘Eureka’ te zeggen, ontbreekt nog. In de geboortestad van Archimedes zorgt het milde klimaat wel voor een zomergevoel. Het heerlijke briesje van zee doet mij erg goed. In de zon kunnen erg hoge temperaturen bereikt worden, zodat ik vergeet wat voor een nattigheid in Nederland is. De angst dat ik daar over een week ook weer in terugval, grijpt mij iedere morgen bij de keel. Ook al voel ik mij maanden van huis, ik bezit weinig motivatie om terug te keren en hard aan het werk te gaan. Helaas.

Gisteren bezocht ik de Duomo en de bron van Aretusa. De dom is op de plaats van de Griekse tempel voor Athena gebouwd. Ik had dit vermoeden al toen ik de avond ervoor erlangs liep. De pilaren van de Griekse tempel zijn aan de buiten- en binnenzijde overduidelijk te zien. De Dorische zuilen geven de kerk een mooi gezicht. Ik bedacht daar hoe eenvoudig de oude godsdienst vervangen wordt door een nieuwe. Voor mij lijken kerken ook een nieuwe functie te vervullen. Ik onderga er niet meer de kracht van de Heilige Geest, maar verwonder mij over de schoonheid van de menselijke cultuur. Hier ligt weldegelijk een nieuwe verschuiving in godsdienst, maar de mens als scheppend wezen. Op dat moment voelde ik mij een Harry Mulisch met zijn redenatie: ‘Niet God heeft de mens geschapen, maar de mens heeft God geschapen’.

De bron van Aretusa lijkt echt ieder moment in de nimf te veranderen. Het is niet zo verwonderlijk dat er een legende is, waarin de achtervolgde Aretusa in haar vlucht veranderde in de bron. Ik zag het zoete water in zee stromen en wilde het water kussen, waardoor Aretusa even in een nimf zou metamorferen. De bron straalt dit echt uit. Misschien kwam het door de eenden op ganzenformaat die erin zwommen, waardoor een legende in geschiedenis verandert. Maar zoals altijd was mijn fantasie groter dan de werkelijkheid. Menig achteloze toerist wierp een blik op het water en keerde zich om. In de ogen viel een uitdrukking te lezen als ‘is dit alles. Oeheohoehoe.’ Sommige mensen lijken in dit tijdperk met de verbeelding van de televisie aan een gebrek van eigen verbeelding.

Het hotel is zeker niet slecht. Al had ik ook liever in een bad gezeten en na afloop van het badderen, bij de grote ontdekking, poedelnaakt door de stad gerend. Juichend van vreugde omdat ik het raadsel van de kroon had opgelost. De douche met een kraanstraal water vraagt wat dat betreft erg veel van mijn verbeelding en fantasie.

In het hotel logeert een vriendelijk Amerikaans stel met wie ik iedere morgen van het gratis ontbijt geniet. Mijn morgens zijn nooit de helderste momenten van de dag en ik hakketak wat in een steenkoolmijn van halve zinnetjes en vage grappen. Ik moet echt maar eens een cursus Engels doen. In Italië heb ik het volk der Amerikanen uitgebreid gesproken. Soms word ik moedeloos van al dat Engels en verval ik in een kwade bui als ik ze in het rauwe Engels van hun een ijsje hoor bestellen. Ik sprak beide talen even gebrekkig zodat ik een peuter in een winkelwagentje lijk. Alle dingen wijs ik aan en ik steek een vingertje of wat in de lucht. De vreugde is groot als ik het gewenste effect bereik. Maar dat is zelden, zodat ik nu met 2 kilo sinasappels loop te zeulen en 2 kilo bananen. Ik was aan de andere kant blij dat ik de 4 sinasappels die ik wilde hebben geen 4 kilo werd. Wat ik de man toch in de discussie liet doorschemeren. Maar de prijs maakte veel goed: 1,10 gulden voor 2 kilo sinasappelen. Waar kan je dat op een Nederlandse markt krijgen?

Ze zeggen dat de markt de goede kennismaking met het land is, maar ik zie geen enkel verschil tussen deze markt en de markt in Leiden. Al zijn er andere vruchten en liggen er de vreemdste soorten vis op de planken van de kraampjes. De drukte is even groot als in Nederland en ook hier heb je voordringers die als laatste komen en als eerste aan de beurt zijn. Maar misschien houden toeristen van het gewauwel, geschreeuw en gedring wat iedere markt kenmerkt. Ik was blij dat ik genoeg eten heb voor het hele weekend.

21.10 uur, Siracusa

Lijkt Siracusa door de weeks een half dode stad of minstens iemand met een ernstige ziekte, op zaterdagavond staat Kortjakje op om zich op te maken voor de zondagse mis. Wellicht wordt de drukte mede veroorzaakt door de marathon (Siracusa-city-marathon) die morgen op handen is. De Siracuser doorstaat zijn vrije tijd voornamelijk door over straat te promenaderen. Bij ons zou bij een dergelijke manifestatie de straat opgevuld zijn met allerlei bierkraampjes, hier niets van dat alles. De mensen lopen hier braaf in het gebied naar een onbekende bestemming, netjes de file van voorgangers volgend. Het heeft meer weg van een 1-mei-parade op het Rode Plein dan van een feest.

Wel werd er vuurwerk afgestoken waarvan ik, een bar uitramend, nog net een paar uitspatsels kon zien. De Italiaan laaft zich niet aan het bier, maar staat wel massaal voor de snackbar. Die is net als de pizzeria waar ik zit, overladen met eters. Hele families zitten er, terwijl ik niets van enige reden kan ontdekken dat ze hier moeten zitten. Alsof ze hier dagelijks zo zitten. De kinderen rennen vrolijk langs de tafeltjes en geen ouder maakt daar een opmerking over. Bekenden groeten elkaar en praten half etend over de tafeltjes heen. Een heerlijk gevoel voor mij, die de hele vakantie in uitgestorven restaurantjes heeft doorgebracht. Deze pizzeria op zaterdagavond vormt een aangename uitzondering.

Vandaag heb ik vrijwel niets uitgevoerd en heerlijk van de zon, de mensen en de rust genoten. Ik liep langs de fontein van Diana, een kunstwerk uit 1908 terwijl ik naar het internetcafé op weg was. Het werk is een mooi kunstwerk, soms wat grof maar uiterst realistisch uitgehakt. Diana triomfeert in het midden en wordt omringd door mannelijke en vrouwelijk nimfen die op grote vissen zitten. De nimfen houden de bek van de vis open met een roestig stuk kabel in de hand., Het alles is mooi bewerkt en kan, wat mij betreft, wedijveren met menig Renaissance of barokke fontein.

Waarom zou mijn patria geen fonteinen hebben? Vanwege de harde winden die het water tientallen meters naast de fontein laat verregenen? Vandalen die het enorme oude kunstwerk zouden aantasten? Of is het de vrieskou die menig nat stuk steen uit elkaar doet barsten? Ik weet het niet, maar ik betreur het dat Nederland die zoveel dingen van de Italianen heeft overgenomen, deze fraaie uiting van kunst heeft laten rusten. Misschien komt het door ons gebrek aan pleinen. Iedere poging tot een plein in mijn moederland, doet kunstmatig aan. Als een parkeerplaats of een plek waar men iets anders op wist te zetten.

Een plein in Nederland lijkt meer op een weiland waarbij de slootjes en grazende koeien helaas ontbreken. Ook de parken zijn in Nederland een ondergeschoven kindje. Hier is ruimte voor een door palmen overgoten park, waar de mensen lekker zitten en de dagelijks dingen bespreken. Ik denk dat het hoofdmotief de temperatuur is. In Nederland loont een park of plein nauwelijks omdat we het grootste deel van het jaar binnen leven. Een grote gebeurtenis moet altijd in de maanden mei tot augustus gehouden worden en dan nog kan het gebeuren in het water vallen. Hier, kan altijd wel iets georganiseerd worden en is de kans op regen veel kleiner. En als het regent, valt er even wat, waarna weer een droogte invalt die de straten snel droog maakt. Misschien ben ik in het verkeerde land geboren, want last van een heimelijk verlangen naar mijn patria heb ik niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten