Bij wijze van inleiding

Op 4 januari 2001 trok ik met een loodzware rugzak op mijn rug en een interrail treinkaart in mijn zak, de deur van de Lage Rijndijk 92c achter mij dicht. Voor mij lag een maand lange reis in het verschiet. Dat ik naar Italië ging, was het enige dat ik wist. Ik liet mijn 3 huisgenotes in onwetendheid achter.

Ik hield zorgvuldig een dagboek bij gedurende deze maand. Elke avond priegelde ik in een schriftje mijn belevenissen. Het is tijd geworden dit verhaal te publiceren. Daar gebruik ik deze blog voor.

Veel leesplezier,

Hendrik-Jan

woensdag 31 januari 2001

17.50 uur, tussen Siracusa en Milano

Daar zit ik dan... in de trein nar Milano. Het afscheid is zojuist geweest. Ik nam afscheid van Siracusa als van een innig beminde. De korte tijd van ons samenzijn is een hartstochtelijk relatie gegroeid. Eentje die ik slechts met weinig steden heb. Ik begrijp het zelf ook nog niet helemaal. Korte tijd omarmde ik haar liefdevol. ‘Ik zal je missen’, mompelde ik toen de trein wegreed. Kom ik hier ooit nog terug? Ciao, arrivederci, meer kan ik op dit moment niet verzuchten.

De hoop op weerzien trooste mij dan ook. Ik wil absoluut nog eens naar deze stad en dit eiland terugkeren. Maar voor langere tijd wil ik er blijven. De taal sprekend en proberen iets van het geheim te vinden. Het grootste deel van de dag doorbracht ik wachtend. Gelukkig scheen de zon tijdens deze bezigheid en zo mocht ik de huidstrelende stralen als liefdevolle zoen interpreteren. Of een zachte knuffelpartij. Ik schreef het opstel over dichten af en was na de voltooiing zo ontevreden dat ik gelijk opnieuw begon. Of er iets beters uit zal rollen, betwijfel ik. Voor de zekerheid heb ik de linkerbladzijde van mijn Venus-schriftje leeggelaten. Zo kan ik daar aan- of afvullingen schrijven.

Goethe schrijft aan het einde van zijn verblijf op Sicilië:

We hadden eigenlijk toch niets anders gezien dan volstrekt vruchteloze pogingen van het mensdom zich tegenover het geweld van de natuur, de genieperige verraderlijkheid van de tijd en de verbittering van interne vijandigheid te handhaven.

Een dergelijke conclusie kan men hebben over dit eiland. Ik vind dat hierin juist de dapperheid van de Sicilianen doorspreekt. Of het nu een volk of een natuurcatastrofe is, altijd bleef de Siciliaan overeind staan. De combinatie van alle culturen geeft het eiland de stoerheid, mystiek, gevoeligheid en oriëntalistische mix die het nu heeft.

Deze gedachten gaan in mijn hoofd rond. De dreiging van een aardbeving of vulkaanuitbarsting voel je bij een bezoek aan dit eiland. Tegelijk weet je dat ze hier zullen blijven. Op deze rotsachtige bodem is het leven aangenaam. Een winter bestaat hier niet, waardoor de mensen vaak buiten kunnen zijn. Iets dat de contacten zeer ten goede komt. Ik hoop dan ook dat ik na mijn studie het eiland mag bewonen en er geluk mag vinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten